Herziening van de woningkwaliteitsnormen: wat betekent dit voor eigenaars, kopers en investeerders?

Vanaf 2026 draaien de duimschroeven verder aan voor de Vlaamse woningkwaliteit: de minimale woningkwaliteitsnormen én de energienormen worden aangescherpt. De Vlaamse overheid werkt daarvoor aan een herzieningstraject waarbij de bestaande regels worden geëvalueerd en afgestemd op nieuwe Europese verplichtingen. Voor eigenaars, verhuurders, kopers en investeerders is dit geen theoretisch verhaal, maar een evolutie met rechtstreekse impact op waarde, verhuurbaarheid en toekomstplannen.

Van EPC-labels naar striktere energiestandaarden

De Europese EPBD-richtlijn verplicht de lidstaten om het gebouwpark versneld energiezuiniger te maken, met onder meer strengere minimale prestaties voor de slechtst scorende woningen. Daarbij wordt gewerkt met een labelsysteem waarin de zwakste groep (14 procent slechtst presterende gebouwen) onder een lage labelcategorie wordt ondergebracht en van daaruit stelselmatig moet verbeteren. Vlaanderen zal zijn EPC-labelsysteem dus moeten hertekenen, met hogere eisen voor de bovenste labels en een duidelijker afbakening van de slechtst presterende groep.

Belangrijke Vlaamse deadlines om in het oog te houden zijn onder meer:

  • 29/05/2026: De gewijzigde EPBD-richtlijn moet omgezet worden.
  • Vanaf 2028: een indexatieverbod voor huurwoningen met een zwak energielabel (E of F).
  • Vanaf 2030: een feitelijk verbod op verhuur van woningen met een zeer slecht EPC-label, waarbij minstens een beter label vereist wordt om nog te mogen verhuren

Wat kan er met jouw EPC-label gebeuren?

Door de hervorming is het perfect mogelijk dat een woning die vandaag een “redelijk” label heeft, in de toekomst een minder gunstige categorie krijgt, zonder dat je één steen hebt verlegd. Een appartement of huis met bijvoorbeeld een huidig label C kan na de herijking van de schalen plots als duidelijk energieverslindend worden bestempeld. Dat beïnvloedt niet alleen de verhuurbaarheid, maar ook de waardering door kopers en banken, en de timing van eventuele renovatieplicht.

Kwaliteit en aanbod op de huurmarkt

Strengere normen zijn logisch vanuit klimaat- en kwaliteitsdoelstellingen, maar ze zetten de huurmarkt onder druk. Niet elke verhuurder beschikt over de middelen of financieringsruimte om ingrijpend te renoveren vóór de nieuwe deadlines. In sommige gevallen zal kwaliteitsverbetering pas bij verkoop of herontwikkeling realistisch worden, wat het bestaande huuraanbod tijdelijk kan verkleinen.

Kansen voor investeerders en renovaties

Net in die context ontstaan er ook kansen voor investeerders met een langetermijnvisie. Fiscale stimulansen zoals een verlaagd btw-tarief (6% indien men verhuurt voor een periode van minstens 15 jaar) voor sloop en heropbouw kunnen, wanneer ze van toepassing zijn, een groot verschil maken in de haalbaarheid van kwalitatieve en energiezuinige projecten. Voor wie inzet op structurele vernieuwing en langdurige verhuur kan dat een interessante hefboom zijn om waarde te creëren in een markt met toenemende kwaliteitsdruk.

De kernboodschap: wie bereid is te investeren in energetische en structurele kwaliteit, zal in de komende jaren in een sterkere onderhandelingspositie zitten, zowel op de huur- als op de koopmarkt. Nieuwe investeerders aantrekken en verouderd patrimonium stap voor stap vervangen of grondig renoveren, wordt een sleutelelement van een gezonde woonmarkt.

Gratis schatting